Om 6.30 uur sta ik op want dan vliegen tientallen luchtballonnen over de kalkterrassen en het dorp. Een half uur later sta ik bij de ingang van het park, want daar heb ik het beste uitzicht. De ballonnen stijgen net achter de heuvels op en landen weer achter het dorpje, een vlucht van nog geen half uur. Als de zonnestralen net over de heuvel schijnen hangen er 15 voor en boven me in de lucht. Het ziet er echt geweldig uit en de, met name Aziatische, klanten schreeuwen het uit als sommige piloten zo ver dalen dat ze zelfs even met de mand het water in het plaatselijke parkje aantikken.
Na het ontbijt stap ik op de motor en geef in de navigatie een bestemming in die ik graag wil zien, maar te ver is om vandaag te bereiken. Ik zie wel wanneer ik stop. Heerlijk om weer op de motor te zitten en ik geniet van de afwisselende landschappen.
De infra-structuur in het binnenland van Turkije is anders dan ik gedacht had. De meeste dorpen en steden zijn verbonden door grote tweebaanswegen met vrij weinig verkeer. Het enige verschil met een snelweg zijn de stoplichten, tractors en afslaand verkeer. Je mag er 110 km/h maar ik vind 90 km/h genoeg, zeker omdat de rechterrijstrook vaak veel sporen van het vrachtverkeer heeft. Meestal is er vrijwel geen verkeer en dan kan de motor op cruise-control zodat ik al m’n aandacht aan de omgeving kan geven.
De overige wegen zijn óf snelwegen, die ik nooit kies, of gravelwegen als verbinding tussen dorpjes. De laatste zijn het leukste, maar ik heb veel kilometers te maken in Turkije en dan kost dat laatste te veel tijd.
In Yalvaç stop ik voor koffie en Google ik voor een hotel. Het dichtstbijzijnde ligt enkele straatjes verder en na kort onderhandelen over de prijs is het geregeld.
Dit bericht is geplaatst in Azie, Turkije