Bij het stadje Yalvaç ligt ook de site Antioch in Pisidia, een stad uit de Hellinistische periode met opgravingen en een aquaduct, waar ik na het ontbijt meteen naar toe rij. Helaas is de site omheind en gesloten, maar het aquaduct is vrij toegankelijk. Indrukwekkend om te zien hoe men in die tijd water in de stad moest krijgen.
Onderweg krijg ik enkele keren een waarschuwing op de display van de motor dat het oliepeil laag is en de eerste, mij bekende, plaats waar ik onderhoud wil laten doen is nog 1000 km van me verwijderd. Tijdens mijn eerste koffiestop wil ik de olie peilen en echt enorm toevallig zit er naast het koffiezaakje een brommerzaak. Als de blauwe walm van de brommer waar de eigenaar aan sleutelt is opgetrokken komt hij naar mijn motor kijken en ik vraag hem of ik bij hem op de stoep mijn olie kan peilen.
Na de motor op de bok te hebben gezet wachten we samen onder het genot van nog een glaasje çay (thee) tot de olie is gezakt en gepeilt kan worden. Die is inderdaad te laag dus ik zoek de specificaties van de voorgeschreven olie op. Gelukkig heeft hij de olie die aan de eisen voldoet en ik vul 0,7 liter bij. Nog even een afscheidsfoto en verder op weg.
Enkele uren later stop ik bij een waterpunt langs de weg, zoals er veel zijn in Turkije, om mijn net gekochte brood met feta te eten. Ook de herder van een paar koeien is water aan het tappen. Hij vraagt of ik çay wil maar ik vraag me af hoe hij die gaat maken. Hij begint wat takjes te breken en enkele minuten later staat een zwart theepotje op een vuurtje in het gras.
Met de vertaal app en handen en voeten krijgen we een gesprekje op gang. Als ik hem vraag waar hij slaapt, gooit hij een steen naar een boom. Daar!
Hij zwerft met zijn koeien en twee ezels over de landerijen en de zakken die naast hem staan zijn al zijn bezittingen. Hij biedt me een tomaat, druiven en in het vuur geroosterde groene pepertjes aan en eet mee van mijn brood en kaas. Als ik weer op de motor zit moet ik nog lang aan deze ontmoeting denken. Indrukwekkend.
Eind van de middag kom ik aan in Eskil, een dorp aan de rand van een grote zoutmeer en woestijn. Hier zou men zelfs flamingo’s kunnen zien. Mijn zoektocht naar een hotel in het dorp levert niets op en ik besluit even naar de rand van het zoutmeer te gaan kijken als ik een bord Salt Lake Dessert Camp zie staan.
Ik volg de aanwijzingen en warempel, midden in de woestijnvlakte ligt een kamp met wel 30 yurts om te overnachten. Geweldig! Kost wat meer dan ik gewend ben maar dit is echt een buitenkans.
Ik laat mijn spullen achter in de yurt om de zoutvlakte te bezoeken en bij terugkomst geniet ik van het beste diner wat ik tot nu toe in Turkije heb gehad. Wat een luxe, wat een plek, wat een stilte. En wat een koude nacht…
Dit bericht is geplaatst in Azie, Turkije