George Town op Penang eiland

Door ivo

Vanuit de Cameron Highlands blijft de weg, uiteraard, maar dalen. Onderweg veel fruitteeltbedrijven, vooral aardbeientelers. Het is heerlijk rijden in de heuvels met weinig verkeer en perfect asfalt. Na zo’n 60 km bochtige wegen neem ik de autoweg richting Georgetown. Ik moet nog steeds wennen aan het tropische landschap, soms lijkt het alsof ik door een vakantiebrochure rijd en dat maakt de rit ook niet saai. 

Vroeg in de middag rij ik over één van de enorme lange bruggen die het eiland Penang met het vasteland verbinden. Deze keer heb ik mijn hotel aan de rand van de stad gekozen want ik heb geen zin om met deze hitte file te rijden tot aan mijn hotel. Achteraf gezien had dat niet gehoeven, want Georgetown is een mooie,  overzichtelijke en vrij rustige stad.

Het hotel is snel gevonden en na een verfrissende douche neem ik via de Grab app een taxi naar de stad. Langs de kust liggen veel eet- en drinkgelegenheden en ik geniet er van een lekker biertje op het terras.

Ook de volgende ochtend laat ik me door een taxi brengen. Het kost bijna niks en het is een fijn gevoel dat mijn motor veilig in de buitenwijk bij het hotel staat. Eerst bezoek ik de zgn. Clan Jetties. Dat zijn een aantal houten pieren aan de kust, waar 100 jaar geleden Chinese immigranten zich vestigde. Op iedere pier streken families met dezelfde achternaam neer, waardoor die betreffende pier dan ook de familienaam kreeg. 

Naast deze Chinese wijk heeft de stad ook een Indische wijk. Hier niets dat met familienamen te maken heeft, wel heel veel restaurantjes. Het is niet moeilijk om uren in de wijken rond te lopen. Van hippe tentjes tot mooie muurschilderingen, overal is wel wat te zien in Georgetown. 

Dit bericht is geplaatst in Azie, Malaysia

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

nl_NL