Het heeft vannacht geregend en dat maakt de ochtend een genot. Het is 25 graden als ik op de motor stap en dat voelt zelfs koel als je het vergelijkt met de 30 graden die normaal zijn in deze periode ‘s-ochtends.
Ik heb een lange rit van 340 km bergwegen voor de boeg dus ik vertrek vroeg want ik heb geen idee hoe de toestand van de weg is. Voor de zekerheid heb ik deze keer wel een guesthouse geboekt zodat ik niet op het einde van de dag nog moet zoeken naar een onderkomen.
Er is weinig verkeer en door de regen is het veel minder stoffig dan normaal. Ik rij langs rijstvelden met waterbuffels, over slingerende bergwegen en door kleine authentieke dorpjes met prachtige paalwoningen. Wat is het weer een genot om hier te rijden zeg! De weg is overal verhard, het schiet lekker op en zelfs met de temperatuur valt het vandaag reuze mee. Aan het eind van de middag dreigen donkere wolken boven de bergen en als ik aan kom bij mijn overnachtingsplek begint het een beetje te regenen. Precies op tijd binnen.
Het stadje waar ik ben, Phonsavan, is bekend door zijn ‘Plain of Jars’. Op verschillende plekken in de streek liggen verzamelingen met reusachtige kruiken die waarschijnlijk tussen 2500 en 3000 jaar oud zijn. De grootste is 3 meter hoog en weegt meer dan 6000 kilo. Volgens sommige onderzoekers waren het sarcofagen voor de doden, maar er wordt ook beweerd dat het bewaarplaatsen zijn geweest voor rijst of gedroogde druiven. Lokale mythen beweren dat het drinkbekers voor reuzen waren… Hoe dan ook, het is en blijft een mysterie.
Dit bericht is geplaatst in Azie, Laos