Ik ben weer helemaal fit! Mede dankzij de goede zorgen van Rajesh en Shella van Tourist Guesthouse. Het heeft me aan niets ontbroken en ik geniet van het verblijf in hun Tourist Pension.
Vanaf het moment dat ik aankwam heb ik weinig van de stad of de omgeving gezien dus de komende dagen heb ik wat dingen in te halen. Zo bezoek ik in het centrum van de stad enkele zogenaamde Haveli’s. Dat zijn traditionele huizen of gebouwen waar verschillende generaties van gezinnen bij- en na elkaar in woonden. De huizen dateren van de 17e eeuw, zijn architectonische bijzonderheden en zijn ook nog eens prachtig gedecoreerd. Helaas zijn de meeste in een slechte staat, en onbewoond, maar sommige zijn gerestaureerd of als museum ingericht en echt prachtig.
De volgende dag neemt Rajesh me achter op zijn brommer mee maar het platteland waar een vriend van hem woont. Het landschap lijkt een beetje op Limburg in de zomer; glooiende heuvels, groene velden en stoffige weggetjes. Het is 25 graden en overal staan kleine sproeiers om de gewassen in de gele aarde van water te voorzien. Na een stukje zandweg komen we bij een stenen huis met iets verder 3 rieten hutjes, daar woonde ze tot voor kort. Eén hutje om te slapen, één om te eten en één voor de buffel. Door de rieten muur kijk ik zo naar buiten maar ze hebben het nooit koud. Om de hutjes heen liggen velden met groenten, enkele geiten, enkele koeien en als je echt veel geld hebt een kameel. De hele scène lijkt zo uit een openlucht museum te komen.
We worden bij het huis getrakteerd op thee en onder de koperen avondzon tuffen we weer over de stoffige weggetjes, door de groene landerijen terug naar de stad. Prachtig.
