Het druppelt een beetje als ik vertrek in Phonsavan, dus het is oppassen geblazen want de weg is vaak glad door grind en zand dat voertuigen laten vallen als ze van de onverharde zijwegen komen. Zodra ik buiten het stadje ben is het droog en dat blijft het gelukkig ook de rest van de dag.
De weg naar Luang Prabang is 260 km lang en gaat uitsluitend over bergkammen. Het landschap is betoverend mooi en ik wordt de hele dag getrakteerd op geweldige panorama’s, kleine dorpjes en rijstvelden met arbeiders. Het weinige verkeer op de weg bestaat uit brommers en grote vrachtwagens die een in aanbouw zijnde stuwdam bevoorraden.
De vrachtwagens zijn verantwoordelijk voor het grootste probleem op deze weg: stof en kapot gereden asfalt. Iedere bocht wringen de gigantische, zwaar beladen trucks zich door de bergpassen met als gevolg bochten met gravel, asfalt met gaten en heel veel stof.
Vandaag heb ik aan de eerste 3 (van 6) versnellingen van mijn motor genoeg want mijn gemiddelde snelheid komt niet boven de 40 km/h. Na 8 uur bijna onafgebroken rijden op deze avontuurlijke route kom ik doodmoe aan in het hotel en vroeg in de avond val ik al in slaap.
De komende dagen doe ik even rustig aan en geniet ik van de omgeving. Luang Prabang, Unesco werelderfgoed, is een prachtig stadje aan de Mekong rivier en was ooit de hoofdstad van Laos en een belangrijke locatie op de zijderoute. De Franse bezetters hebben hier duidelijk hun invloed gehad op de architectuur, wat het stadje tot een toeristische trekpleister maakt.
Dit bericht is geplaatst in Azie, Laos