Traditioneel Kashan

Door ivo

Het wordt een flinke dagtocht vandaag want van Qazvin naar Kashan is een dikke 320 km. In Europa rij je dat in een halve dag, maar hier is dat toch anders. Ik voel me het best bij een snelheid van zo’n 100 km per uur. De motor snort dan lekker zuinig rond en de wind trekt niet al te hard aan mijn helm. 

Ik merk overigens wel heel goed dat de benzine van lage kwaliteit is. Als ik gas geef bij lage toerentallen ‘pingelt’ de motor, een ratelend geluid dat klinkt alsof er knikkers in het motorblok zijn gevallen. Maar zolang ik met een zijden handje deze zijderoute rij, is er niets aan de hand.

De steden die ik bezoek liggen steeds een beetje zuidelijker en dat is te merken ook. Als ik in Kashan aankom is het 32 graden. Ik ben enorm blij met mijn Garmin Navigatie, want de straatjes worden al op het laatst zo smal dat er alleen voetgangers lopen. Een auto past er nauwelijks in. En precies 1 meter voor de deur van het hotel (alleen herkenbaar als deur in een hele lange nauwe steeg) is mijn eindbestemming bereikt en stappen 2 jonge mannen naar buiten om me welkom te heten. Gelukkig heeft het hotel een klein stukje verderop een eigen parkeerplaats.

Achter de deur in de muur verschuilt zich een enorm labyrint van gangetjes en hotelkamers. Een van de mooiste hotels die ik heb bezocht. Helemaal in Iraans traditionele stijl met een enorme, prachtige eetzaal voor 100 gasten. Maar zoveel zijn er niet want we zijn op 1 hand te tellen zelfs.

De volgende dag ga ik vroeg de stad verkennen en bezoek de bazaar (deze is wél heel netjes en goed verzorgd) en een prachtige karavanserai. Een karavanserai was vroeger een soort overnachtingsplek voor karavanen, reizende handelaren, hun waren en hun dieren. De overblijfselen van deze karavanserai zijn opgenomen in de bazaar.

Als ik op zoek ga naar enkele historische huizen verdwaal ik echter in de steegjes en kom ik weer bij het hotel uit. Maar buiten de stad is ook een mooie tuin te bezichtigen, Fin Garden. Te ver om te lopen en te warm om in motorkleren te bezichtigen, maar voor 500.000 Rial (€1,50) brengt een taxi me tot voor de poort. De tuin is mooi, maar het zijn vooral de waterpartijen en gebouwtjes die het hem maken. Het is er in ieder geval heerlijk rustig rond slenteren.

‘S-middags zoek ik de verkoeling van het hotel weer op en tegen de avond wil een jonge knaap van het hotel, Arsni, me graag nog wat laten zien in de stad “omdat ik zo’n goeie energie heb”.  Hij neemt me mee naar een gedeelte dat niet bekend is bij toeristen en toont me de oude lemen muren van wat ooit een gigantisch fort is geweest. Hij is boos op de regering dat ze het zo hebben laten vervallen en vertelt me de uren die we rondlopen alles over de onderdrukking van het volk en hoe moeilijk het is om een leven op te bouwen in Iran. Hij heeft meegedaan aan de protesten, heeft net 10 dagen in de gevangenis gezeten en wil nog meer dan anders weg uit het land.

Alweer prijs ik me gelukkig dat mijn wieg in Nederland heeft gestaan en waardeer ik onze vrijheid. Misschien is die wel té vanzelfsprekend geworden.

Dit bericht is geplaatst in Azie, Iran

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

nl_NL