De tweede dag in Tabriz gebruik ik om wat door de stad te wandelen, lekker in de zon te zitten en het dagelijkse leven van de bewoners te bekijken. Het is een grote stad met een enorm aantal winkeltjes en een gigantische bazaar. De winkels zijn allemaal gegroepeerd. Zo heb je bijvoorbeeld een hele straat met alleen schoenen, of een wijk met tapijten, een gedeelte in de bazaar met alleen maar sieraden of een straat met witgoed. En de meeste winkels verkopen maar één soort producten. Een winkel voor telefoons, een winkel met alle soorten kit, een winkel met alleen maar slijpschijven, een winkel met alleen hoeden, enz. Heel overzichtelijk allemaal!
Helaas zijn er weinig bezienswaardigheden en het enige wat wel de moeite waard was (een enorme, oude stadspoort) is door de oproerpolitie geconfiskeerd als verzamelplek en niet toegankelijk.
Als ik de volgende morgen weer op de motor stap is het nog fris, maar de lucht is strak blauw. Ik wil vandaag meters maken en heb de redelijk grote stad Zanjan als einddoel bestempelt, maar aangezien ik geen idee heb hoe de wegen tot daar zijn, kan het ook elders worden. Ik kan geen hotels meer boeken of prijzen bekijken, maar gelukkig wel nog de locaties zien op Googlemaps.
Ik heb snelwegen nog steeds verbannen uit mijn routes, maar het schiet toch lekker op. De wegen zijn gelukkig breed want er wordt veel ingehaald. Ook als het eigenlijk niét kan. Herhaaldelijk zie ik 2 auto’s op me afkomen en 1 keer zelfs 2 vrachtwagens. Met nog net een metertje of 3 over voor mij!
Het ergste zijn echter de uitlaatgassen. Bijna iedere vrachtwagen, maar ook menig auto, sleept een enorme vieze zwarte dieselwolk met zich mee. Op het einde van de dag is mijn col, die ik over mond en neus draag, zwart op de plekken waar ik door adem. Bah. Ik krijg er zo de schijt van dat ik eigenlijk niet meer naar de stad wil, want daar hangt deze lucht continu.
Op Google zie ik een hostel dat ongeveer 25 km buiten mijn route, in de bergen ligt en ik besluit om dat op te zoeken. Als het niks is kan ik alsnog naar de stad.
De weg er naar toe is al een verademing. Heerlijk alleen op de weg met de avondzon en het silhouet van de bergen voor me. Het laatste stukje is een zandweg en zelfs Googlemaps geeft het op en vertelt me dat hier ergens de lokatie moet zijn. Fijn! Gelukkig zie ik 2 mannen die aardappelen aan het inladen zijn en ik laat ze het Arabische adres zien. Kom maar mee, gebaren ze, en ze brengen me naar de juiste plek in het authentieke Iraanse dorp. Had ik nooit gevonden!
De straten zijn van zand en keien, de huizen van leem en het hostel is de verzamelplek van het dorp, met een winkeltje en plekjes om samen te zitten. Het is er gezellig druk en natuurlijk raak ik meteen aan de praat. Er blijken ook dagjesmensen uit de stad te zijn, die hier hun zondag (onze vrijdag) doorbrengen en een enkeling spreekt gebrekkig Engels.
Twee stedelingen die hier vaker komen laten me het dorpje zien en even later drink ik thee met weer een ander groepje. Laat op de avond, als iedereen weg is, maakt de vrouw van het huis een traditionele maaltijd voor me. Het is voor het eerst dat ik op deze manier eet en slaap. Er liggen genoeg kussen en dekens, maar gelukkig heb ik mijn slaapzak, want het wordt een koude nacht.
Dit bericht is geplaatst in Azie, Iran