Ik heb goed geslapen en zin om weer te gaan rijden. Maar eerst de motor wassen, want naast het hotel ligt een wasstraat en die gelegenheid kan ik niet voorbij laten gaan. Eigenlijk vind ik het voor de motor niet eens nodig maar mijn bagagetassen zijn zo stoffig en vies dat ik me schaam als ik ze een hotel binnen draag.
Het is geen wasstraat zoals wij die kennen. Het is een soort binnenplaatsje waar je auto met een hogedrukspuit wordt afgespoten en enkele meters verder met lappen en shampoo door een paar jonge knullen wordt gewassen. Ik vraag ze of ik de motor zelf mag afspuiten, de rest hoeft niet. Geen probleem en vijf minuten later rij ik met een blinkende motor weer weg.
Ongeveer op de helft van de route van Rafsanjan naar Bam ligt de Shahzadeh Mahan Historical Garden en dat lijkt me wel een mooie plek voor een pauze. De tuin is door z’n vele grote bomen van ver al zichtbaar als een oase in de woestijn. Op de parkeerplaats staat een oude man met een sheriff outfit het parkeren te regelen, maar daar is niet zo veel werk mee gemoeid met 5 bezoekers. Hij gebaart me om de tuin in te rijden en daar de motor te parkeren, maar ik zeg verontschuldigend dat dat echt niet nodig is, maar hij staat er op. Dus ik rij door het entreepoortje naar binnen en zet hem lekker in de schaduw onder een boom. Maar dat was niet de bedoeling. Ik moet langs de watervalletjes dóórrijden naar de hoofdingang en recht er voor parkeren. Voor een mooie foto, maakt hij me duidelijk, hahaha. En zo wordt mijn motor ineens de hoofd attractie van het park. Na de nodige foto’s en interviews ga ik zelf het park bekijken en het ligt er allemaal mooi groen bij. Van ver lijken de bergen in de woestijn zo droog als gort, maar er komt toch heel wat water vandaan gezien de hoeveelheid die door deze tuin stroomt.
Als ik bij het hotel aankom blijkt het volgeboekt te zijn. Ze zijn wel zo vriendelijk om een ander hotel voor me te bellen en 10 min. later sta ik daar voor de balie. Maar het hotel ligt buiten de stad en is nogal duur en ik bekijk mijn opties. De laatste optie is een guesthouse waar al veel globetrotters me voor gingen. Het was mijn laatste optie omdat het er op foto’s en reviews nogal achterhaald uit zag en dat blijkt bij aankomst ook zo te zijn. Maar de motor staat veilig en ik lig droog. Dat laatste sowiezo want het regent in Iran gemiddeld maar 1,5 dag per jaar.
De eigenaar van het hostel is 80 jaar en heeft het stokje overgedragen aan zijn zoon. Maar hij vindt het nog altijd geweldig om gasten te ontvangen en nodigt me uit om bij hem thuis te komen eten. Zijn vrouw heeft een heerlijke maaltijd klaar gemaakt met koude soep, rijst en een soort groentenragout. Als afsluiting moet ik de plaatselijke kruidenkoffie proeven. Een mengsel van 27 kruiden en koffie zorgen voor een nogal explosieve, aparte smaakbeleving.
Ook voor het ontbijt komt hij me ophalen. Het brood is nog warm en lijkt op een zachte pizzabodem. Lekker met honing en zachte kaas en na het ontbijt brengt hij me naar de Arg-é Ban, de citadel aan de rand van de stad. Ooit een complete ommuurde stad met 38 torens, volledig opgetrokken uit baksteen en leem en een belangrijke handelsplaats op de zijderoute.
In 2003 werd Bam echter volledig verwoest door een enorme aardbeving. 95% van alle bebouwing in Bam werd vernietigd of beschadigd en 26.000 mensen vinden de dood. Ook van de citadel bleef weinig over, maar men werkt hard aan een gedeeltelijke heropbouw.
Op afstand lijkt het een enorm zandkasteel en het ziet er echt prachtig uit. Helaas is slechts een klein gedeelte echt begaanbaar maar is wel te zien hoe men met stro en modder weer veel restaureert.
In de namiddag komt de eigenaar van het hostel vragen of ik met hem mee ga naar een school om een Engelse les te bezoeken. Hij heeft zelf ook voor de klas gestaan en het lijkt hem een goede motivatie voor de leerlingen. Nou, daar heeft hij gelijk in. Twee keer zit ik voor een kleine klas met jongens van 14-18 jaar om hun Engelse vragenvuur te beantwoorden. Kei leuk en de tijd vliegt werkelijk om.
Dit bericht is geplaatst in Azie, Iran